Het is een dankbaar en meestal vruchtbaar onderwerp van gesprek, de invloed die ouders en opvoeding hebben of hebben gehad op je leven. In positieve zin en in negatieve zin. Inmiddels durf ik deze stelling aan: Ieder mens komt in meer of mindere mate beschadigd uit zijn opvoeding.
Het krijgen en opvoeden van kinderen brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Ouders dragen hun kinderen naar hun volwassenheid, naar hun zelfstandigheid. Ze begeleiden hun kinderen vele jaren lang, geven het goede voorbeeld, leren ze leven in de breedste betekenis van het woord. Eenmaal losgekoppeld, misschien nog wankel op de benen, gaan ze hun eigen weg. Alle voorgaande jaren als bagage in hun rugzak. Leven is leuk en niet leuk, een mixture van prettige en onprettige ervaringen, dat was het in je jeugd en zo zal het altijd zijn.
De confrontaties in je zelfstandige leven met jezelf, met degene die je bent geworden zijn of waren niet altijd even vrolijk. Je groeiend bewustzijn van wat er fout is gegaan in je jonge jaren, waar je je tekort voelt gedaan, waar je beschadigd bent, speelt of speelde je parten. Ongetwijfeld voel(de) je boosheid, onzekerheid en mogelijk ook wel mededogen met je ouders. Ook zij zijn immers het product van hun ouders en hun manier van opvoeden.
De constatering dat we min of meer beschadigd uit onze opvoeding komen brengt met zich mee dat je zou mogen stellen dat ouders iets niet goed doen. Ook al doen ze nog zo goed hun best, ergens komt er kennelijk een kink in de kabel. Ze doen iets niet goed. Maar wat dan?
Het is niet zo verwonderlijk dat ouders niet in staat zijn om hun kinderen zodanig op te voeden dat ze als vrije, onbelaste jonge mensen hun eigen leven kunnen opbouwen. Ouders met jonge kinderen zijn vaak zelf nog druk in de weer om zichzelf te vormen, om te leren leven, om uit te groeien tot stabiele, gelukkige en onafhankelijke mensen. Dat is een proces dat veel tijd in beslag neemt.
Na de opvoeding door je ouders komt de opvoeding door jezelf, het proces gaat gewoon door. Wat je ouders hebben nagelaten of wat je ouders niet goed hebben gedaan moet aangevuld of hersteld worden. Jonge ouders worstelen dus nog met zichzelf terwijl ze op hetzelfde moment hun kinderen in liefde en evenwicht willen grootbrengen. Dat wringt en het is eigenlijk logisch dat dat niet goed (genoeg) gaat.
Onze ingebakken imperfectie speelt ons parten. We doen ons best, we bedoelen het goed maar dat is dus geen garantie dat het voor het kind ook werkelijk goed gaat. De vraag is of het beter kan, of ouders hun kinderen zodanig kunnen opvoeden dat ze uiteindelijk minder of misschien wel helemaal niet beschadigd uit hun opvoeding komen.
Ik denk dat het kan, ik zeg het voorzichtig. Als ouders hun kinderen een belangrijker rol zouden gunnen in het opvoedingsproces kun je mogelijk voorkomen dat ze beschadigd raken. Kinderen worden vaak gezien als kinderen en niet als mensen van vlees en bloed die net als de ouders hun eigen karakter hebben, meningen hebben, gevoelens, ideeën, verstand. Op een andere schaal weliswaar maar toch...
Het meer betrekken van kinderen bij de opvoeding betekent dat je vaker met ze praat, vaker vragen stelt, vaker ruimte geeft om iets te vinden, vaker om hun mening vraagt, vaker jezelf bloot geeft, je vaker echt openstelt voor hun ervaringen, mening en kritiek en onderzoekt in hoeverre je de ideeën en de meningen van je kinderen kunt honoreren. Veel ouders vinden dat kinderen goed naar hun ouders behoren te luisteren. Maar het is net zo goed andersom, ouders zouden vaker en beter naar hun kinderen kunnen luisteren.
Communicatie, het blijft lastig en ingewikkeld. Niet iedereen is er even goed in, aan de andere kant, iedereen kan het leren. Bij kritiek luisteren in plaats van je hakken in het zand te zetten, en er vervolgens iets mee doen. Accepteren dat kinderen recht hebben om iets te vinden en recht hebben op volledige erkenning van wie ze zijn. In gesprek blijven, door dik en dun, wat er ook gebeurt. En je hart in liefde verbonden houden. Ik denk dat het helpt kinderen tot mooie, vrije en liefdevolle mensen op te voeden.
En tja, we blijven imperfect, 100% zal het dus nooit worden... hopelijk kun je daar in vrede mee leven.
Jan Jaap van Hoeckel