In mijn laatste boek ‘De enige dwarsligger op de weg naar geluk ben je zelf’ heb ik dat thema aangesneden. Mijn diepste diepte zie ik als mijn onderstroom. We hebben allemaal een onderstroom en een bovenstroom. De bovenstroom is alles wat we zoal meemaken, waarmee we ons bezighouden, de dingen die op ons pad komen, ons leven van alledag, de ups en downs, het gedoe, leuk en niet leuk. De dingen waarover we met anderen praten en die anderen ook graag bij ons neerleggen. Ons leven breed uitgemeten, onze bovenstroom. In de normale omgang met elkaar en zeker ten opzichte van vrienden en geliefden, zijn we vaak een open boek. En op basis van alles wat we van elkaar weten, vormen we ons een beeld en ook een oordeel over elkaar. Oh, dat is zo’n gezellige man. Nou, zij kan wel zeuren, hoor. Zij heeft het ook niet makkelijk. Wat een heerlijke flapuit.
We zijn een standbeeldje in de geest van de ander. Mooie standbeeldjes, minder mooie, grote, kleine… Het standbeeldje kent zijn beperkingen, het is namelijk het beeld van onze bovenstroom, van ons leven zoals we dat aan andere laten zien en horen, ook tussen de regels door. Mogelijk hebben we ook een standbeeldje van onszelf in onze eigen geest opgericht. En ook dat geeft waarschijnlijk een goede indruk van hoe we onszelf manifesteren, de optelsom van dat wat er in onze bovenstroom plaatsvindt
Maar hoe staat het met onze onderstroom? Dat is weer een heel ander verhaal. Over onze onderstroom wordt niet gepraat, dat is een groot taboe. Niemand heeft iets te maken met wat er in je diepste diepte omgaat, hoe het werkelijk met je gaat. En vaak is dat niet eens voor jezelf helemaal duidelijk. We leven ons leven, en het kan altijd wel weer beter dan het is. Imperfectie hoort bij ons, en nee, het gras is bij een ander echt niet groener.
In onze onderstroom huist ons geluk. Als je voor 100% zeker kunt zeggen dat je een gelukkig mens bent, dan heerst er in je onderstroom vrede, rust en stilte. Daar vindt veiligheid onderdak, daar bestaat geen kwetsbaarheid. Wat er ook in je bovenstroom gebeurt, hoe erg het soms ook kan zijn, je onderstroom is je safe, stabiele houvast.
Ben je gelukkig? Die vraag raakt aan onze onderstroom. En het antwoord is vaak tekenend. Ja, best wel. Soms wel soms niet. Tja, gelukkig, hoe zal ik het zeggen...? Het zijn de versluierende antwoorden die in wezen ‘nee’ betekenen. Of misschien dat het zicht op de onderstroom op dat moment niet helder is, dan kan ook.
In mijn nieuwe boek heb ik ruimschoots aandacht besteed aan mijn eigen onderstroom. Het was niet altijd gemakkelijk om de confrontatie aan te gaan met mezelf, met dat wat er in mijn diepte werkelijk aan de hand is. Maar ik heb het gedaan en heb beschreven hoe mijn onderstroom in mijn leven wel heel lang niet op orde was, ik was tientallen jaren niet gelukkig, ook al wekte ik door mijn houding, mijn gedrag en mijn gesprekken de indruk dat ik dat wel was en wilde ik dat ook zelf maar al te graag geloven… Ik kan na al die jaren nu zonder enige terughoudendheid zeggen dat ik gelukkig ben, mijn onderstroom is mijn safe basis.
Hopelijk zet dit verhaal je aan het denken over jezelf. Hoe gaat het met jou? Welke indruk maak je op anderen, welk standbeeldje hebben anderen van jou in zichzelf opgeslagen? En hoe ziet je eigen beeld eruit? Hopelijk kun je zeggen dat het overeenstemt met wie je werkelijk bent, inclusief je prachtige onderstroom.
Misschien ben je minder tevreden en wordt het tijd om je onderstroom eens onder de loep te nemen. En stappen te zetten om datgene te veranderen wat je zo danig in de weg zit. Ik hoop dat je de moed hebt om dat bij jezelf op gang te brengen. En dat je in staat bent dit taboe te doorbreken en een ander die je vertrouwt, een kijkje te gunnen in je diepte. Dat zou weleens het begin kunnen zijn van een boeiende weg naar een gelukkig leven. Echt gelukkig, bedoel ik.
Jan Jaap van Hoeckel